Berichten

Franje


Tja, ik weet zelf soms ook niet waarom ik op een bepaald voorwerp in de kringloop val. Dit lampje is er een voorbeeld van. Misschien nam ik hem wel mee omdat ik werkelijk nog nooit zoiets ben tegengekomen in de kringloop. En omdat ik dacht wat ik heel vaak denk: “Oh leuk, hij kan uit elkaar, dus dat voetje kan ik gemakkelijk verven!” (9 van de 10 keer blijft het bij die gedachte. Eenzelfde mechanisme treedt in werking bij bloempotten. Als ik alle bloempotten die ik ooit bij de kringloop kocht daadwerkelijk zou vullen met kamerplanten, kon ik een tuincentrum beginnen.)

Maar goed, ik nam dit lelijke lampje dus mee naar huis (Captain Obvious hier), haalde hem uit elkaar, schuurde het voetje en verfde het ook direct. Ik vond zelfs nog een stuk strijkijzersnoer waarmee ik het oude elektriciteitssnoer vervangen kon.

So far so good zou je denken. Ik was al veel verder gekomen dan die ene gedachte (of beter gezegd: die drogreden die ervoor heeft gezorgd dat onze garage tot de nok toe is gevuld met half afgemaakte opknapprojecten).


Maar toen moest er een kapje op dat lampje komen. Nu liggen er genoeg lampenkappen bij de kringloop, maar ze zijn meestal behoorlijk lelijk of behoorlijk popperig. Of allebei. Dus stagneerde mijn project. Of, nou ja…stagneren, stagneren… Wat volgde waren urenlange zoektochten op Marktplaats naar het perfecte lampenkapje voor mijn lelijke lampvoetje, waarbij ik iedere keer weer tot de conclusie kwam dat het laten opsturen van een lampenkap nogal een dure aangelegenheid ging worden als je in acht nam dat ik voor de rest van het lampje slechts een euro betaalde.


Maar uiteindelijk vond ik een kapje. Bij de kringloop nog wel. En daarmee begon afronding van dit project zowaar in zicht te komen. Toch vond ik, toen het hele spulletje weer in elkaar zat, dat er iets ontbrak.

Franje.

Ja. Er moest franje langs dat kapje. Na mijn twee zwangerschappen mag het een godswonder heten dat ik deze brainwave kreeg én dat hij ook nog eens bleef hangen. Op fournituren4fun (daar mag je alleen iets kopen als je lol gaat maken, denk ik, ofzo?) vond ik franjes in alle soorten en maten. Je bevestigt het heel gemakkelijk aan een lampenkap met een beetje textiellijm. Kind kan de was doen.

Ik word erg blij als ik er nu naar mijn lelijke lampje kijk. Het ding levert zelfs een prachtige tegeltjeswijsheid op. Het leven is namelijk als een lelijk lampje. Je moet er zelf de franje aan vastlijmen.

Fifi


Ik heb er al weleens over geschreven in mijn column voor het AD: ik heb een kringloop bucketlist. Daarop staan zaken die ik Heel Graag een keer wil vinden, maar waarvan ik tevens weet dat dat waarschijnlijk nooit gaat gebeuren (al is het wel gelukt met een vintage Moomin speelhuis, lees hier maar eens).


Toen ik jaren geleden (het huis van) Martine voor het eerst bezocht, werd ik verliefd op haar huisdier Fifi. Fifi is geen kat ofzo (sowieso vind je die niet bij de kringloop), maar een hondje van keramiek dat feitelijk mooi is van lelijkheid. (Al zullen de meningen daarover verdeeld zijn.) Hoe dan ook, ik wilde sinds ik ooit die ene blik op Fifi wierp, ook een Fifi vinden. En daarom kwam ze met stip op één op mijn kringloop bucketlist te staan. Waar ze na al die jaren nog steeds stond, want Fifi’s blijken nogal schaars te zijn, in de wereld in het algemeen.


Een tijdje geleden opende Martine sinds lange tijd weer haar Instagram verkoopaccount. Alwaar ze ook afscheid nam van Fifi. Kringloop bucketlist of niet, ik ga dan niet puristisch lopen zitten te staan te doen en vasthouden aan het voornemen om zelf een Fifi te vinden. Ik had namelijk toch allang ondervonden dat dat een kansloze missie was. Dus adopteerde ik Fifi. Martine blij dat Fifi in een (zeer) liefdevol huis terecht kwam en Molly blij dat zij niet meer de enige in huis is die de hele dag met haar tong uit haar mond rondloopt. Wat overigens geweldige beeldrijm oplevert:


Eind goed, al goed.

About our new pet Fifi, a ceramic dog I adopted from my friend Martine.

Kringwinkelschatten


Afgelopen weekend vierde ik mijn verjaardag in Antwerpen met mijn Lief. We deden niet veel bijzonders, alleen al door ’t Stad lopen vind ik heerlijk. Of, in mijn geval begint het steeds meer op waggelen te lijken, maar dat mag als je bijna 30 weken zwanger bent. (Niet dat het er daar eleganter van uit gaan zien, maar ik troost me met de gedachte dat een zwanger topmodel evengoed op een stadium zal gaan waggelen. So be it.) 

Antwerpen is nog altijd één van mijn lievelingssteden. Je rijdt er in afzienbare tijd naartoe en er is zoveel te zien en te bezoeken dat je er dagen door zou kunnen brengen. De stad is aan de ene kant prachtig en aan de andere kant lelijk, het stationsgebied is vermoedelijk voor de komende 50 jaar een bouwput (allemaal zoals het een wereldstad betaamt), je kan er heerlijk eten (een doodgewoon broodje gezond in een obscuur café is al een traktatie)…en er wonen Vlamingen. Ik vind Vlamingen een verademing met hun prachtige taal en hun vriendelijke, beleefde ingetogenheid. (Waar je je als Nederlander altijd een onwijs botte schreeuwer naast voelt…wat we waarschijnlijk ook zijn, hahaha). Ik doe de Vlamingen met een dergelijke korte karakterschets uiteraard ook direct te kort, maar ik wil maar zeggen: ik zie Antwerpen graag. Geen betere plek om op je verjaardag met je Lief doorheen te waggelen dus.


Voor we de stad bezochten, maakten we een korte stop in Merksem, waar ik De Kringwinkel bezocht. Merksem ligt ten noorden van Antwerpen en daarom op de route (ik ben zeker niet roomser dan de paus, maar met omrijden zou je het principe van recycling via de kringloop weer ruimschoots compenseren met de CO2 uitstoot van je auto – stof tot nadenken). Het is trouwens helemaal niet per se zo dat ik altijd epische spullen vind bij die kringloop, maar het is gewoon fantastisch om een kringloop over de grens te bezoeken. In buitenlandse kringlopen liggen immers weer totaal andere spullen dan in Nederland. Daarbij vonden de kringloopgoden het blijkbaar tijd voor een verjaardagscadeau, want dit bezoekje wierp op z’n zachtst gezegd zijn vruchten af.


Ik vond er de blauwe kan, prachtige vintage gekleurde kerstballen van glas, het glazen vierkante – tja, wat is het eigenlijk? – prismading (zie hierboven rechts) en nog meer, zelfs. Daarbij verspreidt De Kringwinkel in België het (gratis) Kringmagazine, een sympathiek magazine dat niet alleen gaat over de sociale functie die de kringwinkels in Vlaanderen vervullen, maar ook over het belang van hergebruik, de eerste belangrijke stap in een circulaire economie (een onderwerp waar ik al eens over schreef toen ik het voormalige Tropicana in Rotterdam bezocht). Het magazine benadert het onderwerp vanuit zo’n positieve invalshoek, dat je er gewoon vrolijk van wordt. Een dergelijke positieve benadering van een wereldomspannend probleem vind ik uitermate sympathiek en hoopgevend. En dat is toch wel wat we nodig hebben, niet? Positiviteit en een beetje hoop.

“Door mee te stappen in de opgejaagde idefix van kopen en produceren, vergeten we haast dat we maar één planeet hebben.” Zomaar een zin uit het Kringmagazine. Je zou er toch bijna voor omrijden.

Last weekend I visited Antwerp and my favourite thriftshop in Merksem with my Love. About the epic loot I scored and about how much I love Antwerp and the kind people of Flanders. 

Het geheim van de mega Pilea


Er is nogal wat geschreven over de Pilea en ik kan me voorstellen dat de plant je onderhand de neus uitkomt (of dan in ieder geval straks het woord ‘pot’ omdat dat woord een triljoen keer gaat voorkomen in deze tekst). Maar omdat mensen me op Instagram nogal eens vragen hoe ik die van mij zo groot heb gekregen en ik het gevaarte tóch moest verpotten, besloot ik er eens een blogpost aan te wijden. 

Ik kreeg mijn Pilea stekje in 2014 van Nikki tijdens de Snormarkt. Het zat in een theekopje, amper twee centimeter hoog. Inmiddels zijn we drie jaar en vier bloempotten verder en is mijn Pilea – zoals ze dat zo mooi zeggen in het Engels – humongous geworden. De kluit bestaat uit drie stammen en een berg stekjes. De bladeren zijn zo groot als Jet’s handjes, die de plant overigens Pannepoekenplant noemt. (En ik daarom nu ook.)


De Pilea is een gemakkelijke plant. Maar dat komt misschien ook door de situering van ons huis: met vensterbanken op het oosten zonder luchtroosters, krijgen planten genoeg licht, maar niet zoveel dat ze ervan verbranden. Daarnaast hebben ze geen last van tocht via roosters. Het is de enige verklaring die ik heb voor het feit dat alle planten in ons huis eruit zien alsof ze aan de steroïden zijn. (Kijk maar eens naar deze Calathea die ik nog niet eens een jaar in mijn bezit heb.) Wat trouwens ook héél goed blijkt te zijn voor planten is vier weken op vakantie gaan. Bij thuiskomst waren ze stuk voor stuk gigantisch gegroeid. In de categorie: ik heb jullie ook gemist, jongens.

Maar om die reden moest ik afgelopen week de Pannepoekenplant opnieuw in een grotere pot zetten. Pilea is namelijk gemakkelijk te lezen: als de pot te klein wordt, kleurt het blad geel (je kan het goed zien op de foto’s waarin hij net in zijn nieuwe blauwe pot staat). Dat verkleuren kan trouwens ook een teken zijn van teveel licht of te weinig water, maar in mijn geval hangt het direct samen met de grootte van de pot. Dat tijdig verpotten is trouwens ook een verklaring voor het feit dat mijn Pilea zo groot heeft kunnen geworden. Als de wortels de ruimte krijgen, kan de plant weer verder groeien. Helaas groeit je huis niet mee, dus ik begin me wel af te vragen waar dit gaat eindigen met die huidige steile groeicurve.  Dikke tip: kies als je een kamerplant wil verpotten, voor een bloempot die minimaal twintig procent groter is. En: een diepe pot is beter dan een ondiepe pot. Wortels groeien graag de diepte in (voor je, zoals ik, een plant in een pot probeert te persen gewoon omdat ie zo mooi is).


Ik stond eigenlijk op het punt om een Ferm Living bloempot te kopen, toen ik bij de kringloop deze enorme blauwe Weckpan vond. Hij was niet goedkoop (€ 22,50) maar het is nog altijd goedkoper dan een nieuw exemplaar van Ferm Living. Ik vond er ook het tafeltje bij, wat geen overbodige luxe bleek gezien het feit dat deze Weckpot met inhoud meer weegt dan twee Jetties en een Molly bij elkaar.

Ik heb uiteraard ook nog snode verfplannen met het tafeltje, maar dat bewaar ik voor een andere blogpost. Het houdt me allemaal in ieder geval weer lekker een tijdje van de straat. Wat de maatschappij minder kost dan dat ik uit verveling bushokjes zou gaan slopen ofzo.

Zus, Driehoek en andere schatten


Afgelopen week was een bijzondere week. We hoorden niet alleen dat alles goed met is met het kindje dat we in het nieuwe jaar verwachten, maar ook dat Jet een zusje krijgt. Het is een gek idee, dat we nu ineens weten uit wat voor samenstelling ons gezin zal bestaan, straks. Ik heb zelf een broer, mijn Lief heeft er zelfs twee. Het voelt bekend, broers. Ik ben benieuwd hoe het straks zal zijn, om de moeder van zussen te zijn. Als alles goed blijft gaan natuurlijk, want als ik met de jaren iets heb geleerd, dan is het wel hoe breekbaar en daarom hoe wonderbaarlijk dat nieuwe leven is. 


De afgelopen 20 weken waren heftig en ook weer niet. Als je dit blog al een (hele) tijd volgt (een pluim dat je het tot hier hebt volgehouden, haha), dan weet je dat mijn vorige zwangerschap geenszins soepel verliep. Ik voelde me negen maanden lang op alle fronten diep ellendig. Ik heb deze keer ook dagen gehad dat ik me niet kon voorstellen dat ik me ooit niet misselijk en moe heb gevoeld. Maar daar bleef het bij. Het voelt lichter en anders. Ik voel ook hoe niet-vanzelfsprekend het is om opnieuw zwanger te zijn en hoe blij ik in feite dus mag zijn met die zwangerschapskwalen. (Niet dat ik van graniet ben hoor, want dat is allemaal gemakkelijker opgeschreven dan dat je het ook werkelijk steeds zo voelt als je er middenin zit. Niets menselijks is ons vreemd.)

Enfin.

Er waren meer dingen (alhoewel naar verhouding iets onbelangrijker dan een gezonde baby) die me blij maakten deze week. Ik vond niet veel bij de kringloop (zeker niet na mijn recente kringloop-meesleep-openbaring), maar wat ik vond is echt – om het in emoticons uit te drukken – diamant en een sundae. Een zwart-wit gespetterd bakje. Een kandelaartje van blauw email en tijdens een kringlooptrip met mijn broer een pastelgeel dienblad, dat op zijn beurt weer perfect past bij de analoge hertjesfoto die ik van Anki kreeg. (Hij staat ook in haar boek Shoot! Mijn favoriet sinds de eerste keer dat ik hem zag.)


Het boek hierboven is geïllustreerd door Jon Klassen en geschreven door Mac Barnett. Ik vond de synopsis (“Dit boek gaat over Driehoek. Dit boek gaat ook over Vierkant, de vriend van Driehoek. En het gaat ook nog over een gemeen grapje dat Driehoek met Vierkant uithaalt”) op de achterkant zo hilarisch dat ik hem kocht. Je kan niet vroeg genoeg beginnen met het bijbrengen van een goed gevoel voor humor. Alleen hoop ik wel dat de gemene grapjes over en weer straks tot een minimum beperkt zullen blijven, natuurlijk.

Last week was good. We had a 20-week anatomy ultrasound of the baby we are expecting in 2018 and we learned that the baby looks healthy and that our little girl gets a little sister. Since me and my Love only have brothers, it’s weird and also very exciting to become the parents of sisters. (Let’s see if we still think that’s exciting in about ten years, shall we? ;-))

Other (less life shattering) things that made me happy this week are my recent thriftfinds. A black-and-white bowl, a blue enamel candleholder and a pastel yellow tray I thrifted on a little thrifting trip with my brother. It fits the analog deer photo my friend Anki made perfectly. The book is called Triangle and is illustrated by Jon Klassen. It’s about Triangle who is going to play a sneaky trick on his friend, Square. If that synopsis doesn’t just crack you up…well, what will?